Deze week is het dertien jaar geleden dat Ayrton Senna stierf, na een crash op het circuit van Imola. De Braziliaan werd in zijn carrière drie keer wereldkampioen, won 41 races en stond 65 keer op pole-position. Het leeuwendeel van die prestaties werd behaald toen Senna reed bij het team van McLaren. Voordat hij daar kwam, reed hij echter drie jaar bij Lotus, waar hij een onuitwisbare indruk heeft achtergelaten.
In dat eerste jaar won Senna bijna een Grand Prix. De verregende GP van Monaco werd een ronde te vroeg afgevlagd en Senna, die samen met de jonge, vroeg gestorven Duitser Stefan Bellof naar voren stoomde, had leider Alain Prost al ingehaald, maar het was te laat, de race werd gestopt vanwege hevige regenval. Senna was boos, maar Lotus-teambaas Peter Warr had genoeg gezien. Het contract met Toleman werd verscheurd en vanaf 1985 reed Ayrton Senna da Silva voor Lotus.
Rijles. Niets meer en niets minder. Dat was wat Senna de concurrentie gaf, die dag op Estoril. Gerenommeerde namen als Keke Rosberg en Alain Prost hadden de grootste moeite met de regen en spinden, maar die jonge vent uit Sao Paulo deed het voordoen alsof de baan droog was. Kranten spraken nadien van 'Jezus die op het water liep', een vergelijking die de diep gelovige Senna ongetwijfeld met hoofdschudden had aangehoord.
In 1986 was er qua bezetting van de topteams weinig veranderd. Senna had een nieuwe teamgenoot in de vorm van Johnny Dumfries, een adelijke Brit, maar daar had hij geen kind aan. Net als een jaar eerder, was het in de tweede race raak voor Senna. Dit keer had hij geluk, maar het was niet minder indrukwekkend. Bij de Spaanse Grand Prix, toen nog verreden op het circuit van Jerez, was Nigel Mansell overduidelijk de snelste man. Echter, een late pitstop van Mansell bracht Senna aan kop. De Brit had problemen met zijn banden en stopte enkele ronden voor het einde van de race om ze te laten verwisselen. Mansell lag derde en had het mes tussen de tanden.
In 1987 had Senna het zo'n beetje gezien bij Lotus. Hij wilde strijden om de wereldtitel en dat ging daar niet gebeuren, maar een contract hield hem op de plaats. De Lotus van dat jaar was niet langer getooid in zwart, met de beroemde John Player Special-livery, maar in het geel. Opnieuw had Senna een nieuwe teamgenoot, de Japanner Satoru Nakajima, vader van Kazuki Nakajima, de huidige testrijder van Williams.
In Detroit vond er min of meer een herhaling plaats van Monaco. Ook hier leidde Mansell, maar kreeg hij te maken met technische problemen, waardoor Senna de leiding erfde en er met de zege vandoor ging. Het zou de laatste GP-zege betekenen van Lotus, dat na het vertrek van Senna steeds verder wegzakte en uiteindelijk, halverwege de jaren '90, op de fles ging.
![Special: Ayrton Senna, zijn jaren bij Lotus (7) Special: Ayrton Senna, zijn jaren bij Lotus (7)](https://i0.wp.com/cdn-1.motorsport.com/static/img/archive/nl/news/3337042/73172.jpg)
In 1988 reed Senna niet langer voor Lotus. Hij had er zijn naam gevestigd en mocht het nu proberen in een McLaren. Het zou hem drie titels brengen. Bij Lotus zijn ze hem echter nooit vergeten. Bij vlagen liet Senna de gouden tijden van de jaren '60 en '70 herleven, maar een titel kwam er nooit. Lotus was niet de kracht die het eens was en Senna had het door. Bij Lotus werd hij groot, bij McLaren een gigant.